Per 1 januari 2001 is de polder Rijnenburg via een herindeling overgegaan van de gemeente Nieuwegein naar de gemeente Utrecht. In 2001 heeft de gemeente Nieuwegein met de gemeente Utrecht een afspraak gemaakt over de overdracht van een bedrag van 291.876 euro, van Nieuwegein naar Utrecht (in verband met riolering, openbare verlichting en dergelijke). Vervolgens heeft het recreatieschap Stichtse Groenlanden in 2002 een claim ingediend bij de gemeente Utrecht voor het onderhoud van de oevers van de Nedereindse Plas (voorheen stortplaats Weber).
De gemeente Utrecht ging niet tot uitbetaling over. In mei heeft B&W van Utrecht de gemeente Nieuwegein verzocht om nadere gegevens over de vraag of de gemeente Nieuwegein gelden heeft ontvangen, die als gebiedsgebonden reserve in de jaarrekeningen vermeld zijn, danwel hadden moeten worden vermeld.
In een brief aan de gemeente Utrecht geeft het college uitleg over de gemeentelijke betrokkenheid en zijn stukken over de fondsen van de stortplaats Weber toegevoegd. Tevens wordt in de brief aangegeven dat er geen relatie met de claim van het recreatieschap is omdat deze claim betrekking heeft op het onderhoud van de oevers (recreatieve doeleinden), terwijl de fondsen betrekking hebben op de stortplaats Weber.