De rechtbank Midden-Nederland heeft een 26-jarige man uit Nieuwegein die verdacht werd van handel in cocaïne en ‘geweld op bestelling’ een gevangenisstraf van vier jaar opgelegd. Dat is een jaar minder dan het Openbaar Ministerie tegen de man had geëist.
Behalve de handel in coke, werd de man ook verdacht van de aansturing van het in de brand steken van twee auto’s in Utrecht en Eindhoven. Bij een van die incidenten werd ook benzine in de brievenbus van een woning gegoten, maar de benzine werd uiteindelijk niet in brand gestoken.
De rechtbank zegt in haar uitspraak dat de leeftijd van de man meespeelt in het strafoordeel: “Gelet op het feit dat verdachte een jonge verdachte is die – naar de rechtbank hoopt – nog een zinvolle toekomst voor zich heeft, wijkt de rechtbank bij de straftoemeting af van de eis van de officier van justitie.”
De Nieuwegeiner kwam bij politie en OM in beeld na het hacken van de servers van EncroChat en Sky ECC. Deze berichtendiensten waren geliefd bij criminelen, omdat ze dachten dat niemand de versleutelde chats kon meelezen die zij verstuurden met hun cryptotelefoons. De Hoge Raad, de hoogste rechtbank van ons land, heeft geoordeeld dat dit “Franse bewijs” in Nederlandse rechtszaken mag worden gebruikt.
In de chats gaat het over handelsgeld, prijzen, hoeveelheden en voorraden. Blokken cocaïne worden Colos en Perus en Bolis genoemd; naar de herkomstlanden Colombia, Peru en Bolivia. Tussen de berichten staan ook foto’s van de bolletjes en blokken drugs.
Uit de chats maakt het OM op dat de Nieuwegeiner tussen begin 2020 en begin 2021 betrokken was bij twee voltooide transacties van in totaal ruim 1 kilo cocaïne. Daarnaast zou hij betrokken zijn bij het witwassen van 110.000 euro.
“Het was een stommiteit. Ik was jong, ik was dom”
Dat zei de 26-jarige man in de hoorzitting zo’n twee weken terug. Zijn advocaat noemt zijn cliënt iemand die mee wilde doen en indruk wilde maken, maar niet ingebed was in de georganiseerde criminaliteit. Zo zou het in de brand steken van de auto’s in opdracht zijn van iemand die ‘boven’ de verdachte stond.
Ook zei de man dat hij niet zelf de berichten had gestuurd die via zijn telefoon in de chat zijn beland. Iemand anders zou die chats hebben gestuurd, maar hij moest de desbetreffende cryptotelefoon bij hem in de buurt houden. Vanwege angst voor wraakacties, wilde de man ook geen namen noemen.
Van de vier jaar celstraf gaat nog tijd af. Het voorarrest van acht maanden van de man mag van de straf gehaald worden.