Witwassen, heling en uitkeringsfraude. Voor deze feiten stonden gisteren een 44-jarige vrouw en een 47-jarige man uit Nieuwegein terecht. Ze worden ervan verdacht in de jaren 2012 tot 2014 sieraden te hebben witgewassen, goederen afkomstig van diefstal te hebben geheeld en daarnaast een uitkering te hebben getrokken. Naast een celstraf eiste de officier van justitie dat er een geldbedrag van bijna zeven ton van ze wordt afgepakt. Het gaat om de zigeuners Misa T. en Suzane D.
De zaak kwam aan het licht toen er een doorzoeking in hun woning in Nieuwegein plaatsvond naar aanleiding van een rechtshulpverzoek uit Duitsland. Daar werd hun zoon verdacht van het plegen van een overval. In de woning werden honderden sieraden aangetroffen en twee smeltovens. Deze sieraden waren deels afkomstig van drie inbraken waarvan één in Duitsland. Volgens de mannelijke verdachte die op de zitting aanwezig was, waren de sieraden van zijn vrouw of afkomstig van de juwelierszaak die ze in het verleden in Rotterdam hadden. Ze kochten goud op en lieten het bij een onderneming in Duitsland bewerken tot fijngoud. Dat werd teruggeleverd en soms kregen ze in plaats daarvan contant geld. Legale handel, volgens de verdachten.
Uit het onderzoek komt echter naar voren dat dat niet waar kan zijn. De verdachten hadden veel meer geld tot hun beschikking dan ze konden verantwoorden. Van hun activiteiten hebben ze geen opgave gedaan bij de belastingdienst. Er werd geen kasboek of administratie bijgehouden of in ieder geval konden ze dit niet aanleveren. De getuigen die op verzoek van de verdediging zijn gehoord konden niets vertellen dat van belang is voor het onderzoek. Er zou een boekhouder zijn in Bulgarije, maar de verdachte kon zijn naam niet geven. Dit omdat alle documenten die uitsluitsel zouden kunnen geven bij een inbraak in zijn auto zijn verdwenen.
Zodoende komt de officier van justitie tot de conclusie dat het goud en de sieraden geen legale herkomst hebben en dat de twee verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan witwassen van goederen die mogelijk bij inbraken of overvallen buit zijn gemaakt. Op basis van de administratie van het Duitse bedrijf waar het goud werd geraffineerd, is berekend dat de winst uit de activiteiten bijna zeven ton moet bedragen. “Hoeveel vermogensdelicten moeten er zijn gepleegd om tot dit bedrag te komen”, merkte de officier van justitie op. Dat de twee verdachten daarnaast nog een uitkering ontvingen en opgaven geen inkomsten of vermogen te hebben, is ook nog eens een vorm van vermogenscriminaliteit.
Tegen de mannelijke verdachte eiste de officier een gevangenisstraf van drie jaar waarvan één jaar voorwaardelijk. Tegen de vrouwelijke verdachte een celstraf van 24 maanden waarvan 8 voorwaardelijk. De rechtbank doet over twee weken uitspraak.