In het AD van vanmorgen berichtte het AD/UN als volgt: ‘Staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid is verrast dat de gemeente de proef rondom de Drank- en Horecawet doorzet, terwijl hij en de rechter hebben geoordeeld dat die indruist tegen de wet. De staatsecretaris wil nu in gesprek met burgemeester Backhuijs om te horen hoe de gemeente zich aan de wet denkt te houden.
Nieuwegein wil samen met 36 andere gemeenten via een proef onderzoeken of de Drank- en Horecawet bepaalde mengvormen zou moeten toestaan, zoals een wijntje bij de kapper.’
Frans Backhuijs daarover vanmorgen: ‘Ik was verbaasd toen ik vanmorgen de uitspraak van staatssecretaris Van Rijn in de krant las. Naar aanleiding daarvan heb ik een afspraak met hem gemaakt, waarin ik een toelichting geef over wat er precies aan de hand is.’
Backhuijs vervolgt: ‘Nieuwegein doet mee aan de proef in de overtuiging dat deze past binnen de kaders van de wetgeving. Het gaat hier om een proef, waarin in 36 gemeenten wordt bekeken wat de effecten zijn van een dergelijke mengvorm. In alle gevallen is er sprake van hele redelijke en verklaarbare situaties. Een restaurant dat ook graag een schilderij wil verkopen. Een wereldwinkel die –overigens al vele jaren- fairtradewijn verkoopt. Een slijterij die ook eens een proeverij wil organiseren. Het zogenaamde ‘wijntje bij de kapper’ is in Nieuwegein sowieso niet aan de orde. Daarnaast zijn er strikte afspraken met de deelnemers over de -zeer beperkte- hoeveelheden alcohol welke verkocht of geschonken mogen worden. Alle deelnemers weten dat het om een proef gaat; die is per definitie eindig en wordt dan geëvalueerd.’