Brandstichting in flat wijk Zuilenstein was hulpkreet van bewoner in psychische nood

“Ik was al weken niet goed, zo gek als een deur. Ik had al weken proberen te bellen om mezelf op te laten nemen. Ik heb de hulpdiensten gebeld, maar ik kwam er maar niet doorheen. Ik heb ook met politie gebeld. Help mij, ik heb hulp nodig!” Zo begon een 43-jarige Nieuwegeiner in de rechtbank zijn verklaring voor de brand die hij eind vorig jaar stichtte in het appartementencomplex waar hij woonde.

Het Openbaar Ministerie eiste vandaag tbs met voorwaarden en 150 dagen gevangenisstraf tegen de verdachte, die volgens deskundigen sterk verminderd toerekeningsvatbaar is. Tijdens de zitting in de Utrechtse rechtbank kwamen ook duidelijk de grote problemen naar voren waar de geestelijke gezondheidszorg al geruime tijd mee kampt.

Hulpkreten
Na herhaaldelijke hulpkreten gingen agenten op 7 december s’ avonds bij de man langs in zijn woning aan het Mandolahof. Maar zij konden niet veel voor hem doen. “Ik was al te ver heen. Ik was niet meer normaal”, zei hij in de rechtszaal. Op advies van de politie nam hij zijn medicatie, maar het ging toch mis. “Op een gegeven moment was er een soort kortsluiting in mijn hersenen en toen deed ik ergens een aansteker bij”, zei hij.

“Dat was best wel een tikkeltje psychotisch”, vervolgde de verdachte. Hij stak een kleedje aan dat op de bank lag. En dat bleek bijzonder brandbaar. “Het vuur spoot eruit. De bank vloog meteen in brand. De rookmelder ging af en de brandweer kwam ook gelijk”, vertelde hij. Toen de brand om drie uur ’s nachts uitbrak belde hij zelf de politie en ging naar buiten. Daar werd hij gelijk in de boeien geslagen en in een politiewagen gezet.

Daar werd hij gelijk in de boeien geslagen en in een politiewagen gezet

Vlammen
Terwijl de vlammen naar buiten sloegen en de woning compleet uitbrandde werden de buren, onder wie veel ouderen, in allerijl geëvacueerd. Naast de verdachte woonde een jong gezin met een klein kind en een hond. Zij zijn enorm geschrokken. De Nieuwegeiner vindt het verschrikkelijk dat hij dat heeft veroorzaakt. “Het was nooit de bedoeling geweest om een gevaarlijke situatie te creëren”, zei hij. “Het was een noodkreet om hulp.”

De rechtbank hield de verdachte voor dat hij niet telkens vanuit een hulpkreet brand kan stichten, want het is al twee keer eerder gebeurd. Tijdens opnames in een locatie van Altrecht en in een andere zorginstelling stak hij zijn matras in brand. “Ik word hartstikke gek in mijn kamer. Alles is beveiligd. Het enige wat je kunt aansteken is beddengoed. Ik denk dat ik het doe, omdat ik me niet gehoord voel”, reageerde hij.

Stoornis
Volgens deskundigen heeft de man een ernstige psychiatrische stoornis en is zijn verstandelijke beperking door psychoses ernstiger geworden. Hij heeft meer hulp nodig heeft dan mensen van buitenaf kunnen zien. En omdat hij zich goed kan verwoorden, komt hij evenwichtiger over dan hij is, concluderen de psycholoog en de psychiater. Na een tbs-behandeling zou de man in een prikkelarme omgeving moeten gaan wonen, zonder stress en met structuur en begeleiding. Zelf wil hij dan graag naar een zorgboerderij.

De officier van justitie volgt het advies van de deskundigen. Hij eiste tbs met voorwaarden. Tijdens de behandeling voor onbepaalde tijd zou de verdachte onder toezicht van de reclassering komen en van alcohol en drugs moeten afblijven. Volgens het OM wist de man wel enigszins wat hij deed toen hij de brand stichtte en is hij ook strafbaar. De officier van justitie eiste daarom ook nog een gevangenisstraf van 150 dagen.

Volledig ontoerekeningsvatbaar
Advocaat Reisinger pleitte er bij de rechters voor zijn cliënt volledig ontoerekeningsvatbaar te verklaren, omdat de deskundigen stellen dat hij op de avond van de brandstichting “volledig hulpeloos en machteloos” was. Hij zou dan na het vonnis direct door kunnen naar de kliniek. Maar het is voor de verdediging vooral ook een principekwestie.

De Nieuwegeiner zit nu 107 dagen vast in een gespecialiseerde afdeling van P.I. Zaanstad. Als de rechtbank meegaat met de eis van het OM zou hij na het vonnis nog een tijdje terug moeten. Die drie weken zijn volgens het OM mogelijk nodig om een plek in een geschikte tbs-kliniek te vinden. In verband met de psychische nood van de man hebben alle partijen zich namelijk ingespannen om de zaak versneld inhoudelijk te behandelen.

De verdachte kreeg van de voorzitter van de rechtbank het laatste woord. “Ik ben toch wel van plan in die tbs-kliniek weer op poten te komen”, zei hij op stellige toon. De rechtbank doet over twee weken, op woensdag 7 april, uitspraak.

Met dank aan onze samenwerkingspartner RTV Utrecht

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk