In september had ie moeten prijken aan de Utrechtse Weerdsingel, naast de Monicabrug. De replica van een eeuwenoude stadskraan, die honderden jaren beeldbepalend was in de Utrechtse binnenstad en onmisbaar voor de handel. Maar het feestje moet noodgedwongen worden verplaatst. Corona en geldgebrek gooit roet in het eten. Hoewel het blijft zoeken naar de financiering, blijven Liesbeth Bouwhuis en het team van Stichting Stadskraan positief: “Wij gaan door met de bouw en het opleiden van jongeren.”
De middeleeuwse, houten stadskraan die in Vreeswijk op het Museumwerf wordt nagebouwd, heeft eeuwenlang op het wed bij de Ganzenmarkt in Utrecht gestaan. Deze kranen werden gebruikt om goederen vanaf het water naar het straatniveau te tillen. Het startsein voor het nabouwen van de kraan vond plaats op 12 maart 2019. Zie onze reportage hierboven.
Op de scheepswerf in Vreeswijk staan werklieden te schaven, schuren en meten. Het is precisiewerk en elke millimeter telt. Continu overleggen werklieden met elkaar over de benodigde werkzaamheden. Samenwerken is een belangrijk onderdeel van het werk.
Het project is iets vertraagd door Corona en op financieel gebied is het soms schrapen. “Het financieren van dit soort niet-winstgevende projecten is altijd lastig. En het is met het virus moeilijk om – mogelijke – sponsoren uit te nodigen voor een rondleiding, lunch, of borrel. We zijn alles bij elkaar aan het scharrelen”, vertelt Bouwhuis. Dit soort projecten financieren blijft altijd een kunst, benadrukt Bouwhuis, en dus maakt ze zich geen zorgen. Ze heeft voor hetere vuren gestaan.
Wij werken door
“Gelukkig hebben we een goede manier gevonden die het mogelijk maakt om veilig door te werken en daarmee een praktijkopleiding, op locatie, te kunnen bieden.” Want corona of geen corona, de vaklieden blijven vrijwel voortdurend bouwen. “Wij hebben, in tegenstelling tot het ROC, nauwelijks stilgelegen”, benadrukt Bouwhuis.
Leerlingen van de Ambachtsschool bouwen de kraan gedurende een leerwerktraject. Iedereen kan zich, met of zonder opleiding, aanmelden. “Wij kijken niet naar de achtergrond van leerlingen”, stelt leermeester Dimitri Marangos. Hij vervolgt: “Maar je committeert je wel aan het project en het aantal dagen waarop je werkt.”
Ieder zijn eigen traject
Het project is een middel om vakkrachten op te leiden en de deelnemers technische vaardigheden aan te leren. Marangos: “Het traject verschilt voor iedereen. De een komt hier werken omdat hij uit een burn-out komt, de ander doet een meubelmakersopleiding aan het ROC.” De theorie leert de leerling op het ROC en het praktijkgedeelte aan het scheepswerf in Vreeswijk. Het maakt niet uit dat de leerlingen geen meubels maken. “Gedurende het traject behalen de leerlingen alle vereiste competenties, door samen te werken aan een ‘mooi project'”.
Maarten heeft na zijn VWO een tussenjaar genomen en is begonnen met de bouw van de stadskraan. Maarten doet geen opleiding en werkt omdat het project hem aantrekt. Hij ziet met lede ogen aan hoe hij het hout zijn eigen leven lijdt. Hij wijst naar de grote houten dwarsbalken: “Je blijft voortdurend bijschaven om het hout in de juiste vorm te houden.” “Het hout dat we gebruiken is vers gezaagd en dat droogt, werkt, krimpt en trekt op. Dat kan voor een nieuweling wel frustrerend zijn”, zegt Bouwhuis. Maar dat hoort erbij en is ingecalculeerd, benadrukt ze.
Zo komt de stadskraan eruit te zien als hij af is
Bekwaam in het doen van handwerk
Bovendien raken de leerlingen bekwaam in het uitvoeren van handwerk, terwijl studenten meubelmaker normaal gesproken veel machinaal werken. “Hier werken we met beitels, handschaven en handzagen”, vertelt Marangos. “Als je avontuurlijk bent, kun je ontzettend veel bij ons leren.” En in de toekomst plukt de leerling, op zoek naar een baan, hier de vruchten van.
De originele opleverdatum van de stadskraan is nu verplaatst naar het laatste kwartaal van dit jaar. Dan wordt de kraan op zijn plek gezet.
Met dank aan Michiel van Ooijen (RTV Utrecht)