Op de eerste lentedag werd bij Museumwerf Vreeswijk een bijzonderheid op de helling getrokken. Het is de Karin, gebouwd in 1900 bij scheepswerf Boot & Zn in Vrijenban bij Delft. Het 63 tons scheepje (20,90 m. lang; 3,88 breed) is een klipperkraak. Van dit scheepstype is, voor zover bekend, geen tweede gebouwd!
De klipperkraak heeft de kop van een klipper. De rest van haar casco heeft de kenmerken van een kraak zoals een naar binnen vallend achterboeisel, een vrij rechte zeeg (lijn) en een geringe hoogte. Dit mengtype is wellicht gebouwd naar aanleiding van specifieke wensen van opdrachtgever A. van Kleef uit Puttershoek, die betrekking hebben op het vaargebied in Zuidholland met smalle kanalen en sluizen en lage vaste bruggen. Dat Van Kleef voor de naar buiten waaierende klipperkop koos in plaats van de goedkopere ‘teruglopende’ krakenkop kan worden verklaard uit het feit dat klipperkoppen tijdens het zeilen minder water aan boord laten spetteren. Een klipperkop duwt het water van de tegemoetkomende golf als het ware terug.
De klipperkraak heeft waarschijnlijk de gebruikelijke vrachten vervoerd zoals suikerbieten, stenen, mest, graan, aardappels. Ze heeft gezeild tot 1927 toen een 16 pk Laval-Bergsund gloeikopmotor werd ingebouwd. Ze veranderde meteen in een motorschip want het zeiltuig ging compleet van boord. Daarvoor in de plaats kwam een laadtuig. Pas na de Tweede Wereldoorlog kreeg het schip een stuurhut.
Tot in de jaren zestig bleef zij vrachtvaarder totdat zij in Amsterdam op de Amstel terechtkwam en als woonboot werd opgebouwd. Na diverse eigenaren te hebben gehad die het met het onderhoud niet zo nauw namen, redden Hugo van Aalderen en Paul Dams haar in 1981 van de sloop.
Er volgde een langdurige restauratie waarbij de Karin weer in oude glorie en onder zeil is gebracht. Een geluk was dat het originele interieur in de roef, achter- en vooronder nog intact was. De oude Laval-Bergsund was echter versleten. In 1989 kwam daarvoor in de plaats een één-cilinder Blauwe Deutz van 35 pk (500 toeren/min) uit 1926. Ook dit is een bijzonderheid. Het is nog het enige overgebleven exemplaar van dit type waarvan er overigens niet zo veel waren gebouwd: 613 slechts.
Al tijdens de restauratie gingen Hugo en Paul met het schip uit varen. Onder Hugo en zijn gezin doet het schip nog altijd mee aan de jaarlijkse Mattenschippersrace bij Blokzijl en de Strontrace van Workum naar Warmond en worden vele vakanties aan boord gevierd.
De oorspronkelijke naam van de Karin is Nooitgedacht. Andere namen waren respectievelijk Sophia, Marie en Ma-Hé. De klipperkraak is bij de Museumwerf voor regulier onderhoud.