Deze column gaat over aarzeling, twijfel en verbazing. Mijn aarzeling is niet zozeer dat ik iets wil zeggen over de impact die cartoons kunnen hebben in de wereld waarin wij leven. De afgelopen weken en dagen zijn we allemaal geconfronteerd met onwaarschijnlijke uitbarstingen van emoties in Islamitische landen. De oorzaak voor de opwinding lijkt te liggen bij een serie cartoons van Kurt Westergaard, die de profeet Mohammed onderwerp gemaakt heeft van zijn werk.
Het werk van een cartoonist is om een verhaal te vertellen met behulp van een tekening. Politieke spotprenten zijn al heel oud en hebben eigenlijk alle stromen wel doorstaan. Als spotprenten verschijnen, zijn de reacties grofweg in drie groepen te verdelen: een groep die het prachtig vindt, een groep die niet reageert en een groep die zich aangevallen voelt door de spotprent. Het lijkt nu even alsof we dat wiel met elkaar opnieuw aan het uitvinden zijn, maar er is geen werkelijk nieuws in dat opzicht.
Wat wel nieuw is, is de mate waarin deze spotprenten reactie en emotie oproepen in de Islamitische wereld. Nieuw in de zin dat een aantal Islamitische landen waar demonstraties de kop ingedrukt worden nog voor ze goed en wel begonnen zijn, nu opeens ruimte geven aan een woedende menigte die het gemunt heeft op Westerse objecten. Niet specifiek Deense objecten, maar gewoon alles wat voor het grijpen ligt. In een nog niet echt ver verleden was het aanvallen en in brand steken van een ambassade of consulaat een directe aanleiding tot een oorlogsverklaring. Die tijden zijn gelukkig een gepasseerd station, maar het optreden van de menigte en het oogluikend toestaan van dit soort uitwassen geeft te denken.
Ik heb ook twijfels. Niet dat ik twijfel aan het bestaansrecht van cartoons en spotprenten of dat ik twijfel aan het recht van vrije meningsuiting. Waar ik wel aan twijfel is of we wel zicht hebben op de echte agenda. Wat is in vredesnaam de bedoeling van dit zinloze geweld? Gaat het die woedende menigten wel om de belediging van de profeet Mohammed? Is er eigenlijk wel sprake van de belediging van Mohammed of zie je in de cartoons een weergave van groeiende bezorgdheid over de excessen die in naam van een religie uitgroeien tot vrijwel dagelijkse praktijken?
In onze wereld zijn cartoons en spotprenten een verrijking van het palet, een blik over de horizon en het startpunt van menige discussie. Een beledigende cartoon bespreek je door middel van de dialoog of, in uiterste instantie, door tussenkomst van de rechter. Eigenrichting en geweld kunnen en mogen nooit de oplossing zijn voor dit soort zaken. De taak van gezond en weldenkende mensen is om te kunnen blijven kijken naar wat je ziet; een artistieke expressie, een signalering in beeldvorm. Niet alleen het recht van vrije meningsuiting staat op het spel, maar ook de journalistieke vrijheid en het recht van een kunstenaar om zich te uiten.
Ik verbaas me dan ook over de lauwe en ontbrekende reacties van de Westerse wereld. Ik verbaas me over het diplomatieke geneuzel van Balkenende. Hij komt niet verder dan aan te geven dat het recht van vrije meningsuiting weliswaar bestaat, maar gerelateerd moet worden aan de mogelijke ‘schade’ die de uiting met zich meebrengt. Op die manier is er sprake van meningsuiting onder censuur….een statement zonder waarde.
Afrodite