Babystation

Op de tweede verdieping van de kraamkliniek São Luiz in São Paulo bevindt zich het ‘bercario’. Volgens google betekent bercario ‘kwekerij’, maar volgens mij valt er na de geboorte niet veel meer te kweken. Als het goed is, ís de baby al af. Maar in Brazilië wordt niets aan het toeval overgelaten.

Hoezo natuurlijk bevallen? Jezus, wat onhandig. Ze moeten er niet aan denken, de gynaecologen. Zeker bij nacht en ontij het bed uit om de zoveelste van pijn creperende vrouw bij te staan, terwijl het allemaal zoveel eenvoudiger kan.
Voor de vrouw.

Je prikt een beetje een leuke datum – bijvoorbeeld eerste kerstdag of de verjaardag van de paus of als je niet gelovig bent de geboortedag van je favoriete voetballer – je maakt een afspraak, je wandelt opgewekt de kraamkliniek binnen, waar een team gereed staat om je precies op de afgesproken tijd van je kind te verlossen via een keizerlijke snede.
En wil je vier weken te vroeg verlost worden, omdat je dol bent op zo’n lekker net niet volgroeid poppetje, geen enkel punt.

Wie in Brazilië via de natuurlijke weg wil bevallen, moet van goede huize komen. Mijn dochter is vlak voor de bevalling nog hals over kop van gynaecoloog gewisseld, omdat een ingewijde verklapte dat zij haar nog nooit een normale bevalling had zien doen: ze heeft een weekendhuisje aan het strand.

Zodra de baby geboren is, valt hij onverbiddelijk ten prooi aan de kordate zusters van het babystation. Tenzij je een speciale kinderarts hebt, die het ook belangrijk vindt dat de baby even mag bijkomen in de armen van zijn kakelverse ouders. Daar staat dan uiteraard wel weer een royale vergoeding tegenover.

Maar goed, zelfs met een speciaal arrangement ontkom je er niet aan. De pasgeborene moet hoe dan ook in het babystation door de was- en meetstraat. Om misverstanden te voorkomen worden alle handelingen nauwkeurig vastgelegd door een in het groen geklede zuster met een fotocamera en een dito geklede broeder met een enorm videoapparaat.

Een paar dagen later ga ik er nog eens kijken. Voor de twee grote ramen, die uitzicht geven op de doorzichtige wiegjes, verdringen zich talrijke opgewonden mannen, vrouwen en kinderen, die proberen een eerste glimp op te vangen van hun boreling. Ze vallen elkaar snikkend in de armen, slaken verrukte kreten, houden hun camera’s boven de massa om een eerste foto te maken, nee, om alles, echt álles vast te leggen voor later. Naast mij staat een meisje van een jaar of zes met haar mobiele telefoon, ze blijft maar afdrukken.

De wiegjes staan in slagorde opgesteld. Aan het hoofdeinde hangt doorgaans een bordje met de naam van de baby, op het voeteneinde het tijdstip van de geboorte: sommige hummeltjes liggen al uren te wachten op de handen van de zusters, die hen achter het derde raam zullen reinigen. Het procedé is simpel. Eerst een halve fles Johnson baby badschuim leegspuiten, plastic handschoenen aan, de baby vatten, te water laten, op de buik, op de rug, en nog wat schuim bijspuiten voor de onderkant. Lekker hoor.

Achter het tweede raam ontstaat wat tumult in het rechter groepje, dat zich ademloos vergaapt aan hún kindje: klein, donker haar, prachtig rond kopje. Het ligt vlak vooraan.

Er verschijnt een zuster voor het raam, ze heeft haar plastic handschoenen nog aan. Ze wenkt, ze wijst naar links, er ontstaat enige deining in het linker groepje, dat spontaan ruimte maakt.
Dan pakt de zuster een wurmpje uit het achterste wiegje. Ze loopt ermee naar het raam. Ze lacht een beetje ongemakkelijk.
Even is het stil in het groepje.
Ach, alle baby’s zijn mooi, toch?

Dit bericht werd geplaatst in Niet gecategoriseerd door . Bookmark de permalink .

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!Reactie annuleren