Een mooi zomers toetje van verse frambozen en abrikozen, de “Abricot Melba”. Een variatie op de “Pêche Melba” het wereldberoemde dessert van de Franse topkok Auguste Escoffier, dat hij in 1893 creëerde voor de Australische zangeres Nellie Melba.
Geserveerd in een mooie coupe een luxe nagerecht, gewoon in een schaaltje een net zo feestelijke en lekkere afsluiting van je buiten-etentje.
Nodig voor 4 personen:
8 verse, rijpe abrikozen (ongeschild)
1 ½ dl water
50 g suiker
2 eetlepels Cointreau (sinaasappellikeur)
ca. 175 g frambozen
1 eetlepel maïzena
4 bollen vanille-ijs
1 eetlepel geschaafde amandelen
evt. slagroom
Extra: 4 ijscoupes (of wijde glazen); 4 dessertlepeltjes; steelpan; kleine koekenpan; schuimspaan; zeef; ijsschep;
Spoel de abrikozen schoon onder koud water en laat ze uitlekken in een zeef of op een theedoek.
Snij eventuele lelijke plekjes met een scherp mesje nauwkeurig weg, zodat zo min mogelijk vruchtvlees verloren gaat.
Halveer de abrikozen, verwijder de pit en snij de abrikooshelften in vier partjes.
Breng in de steelpan het water met de suiker aan de kook.
Doe de stukjes abrikoos in dit suikerwater en kook ze 3 à 4 minuten.
Schep ze met de schuimspaan snel uit de pan en doe ze, samen met de Cointreau, in een schaaltje.
Voeg aan het overgebleven suikerwater in de pan de frambozen toe en breng aan de kook.
Laat de frambozen enkele minuten koken.
Giet frambozen en suikerwater in een zeef boven een schaal en druk de frambozen door de zeef.
Doe de gepureerde frambozen terug in de pan en gooi de achtergebleven pitjes weg uit de zeef.
Breng de frambozensaus, die nu nog erg dun is, langzaam aan de kook.
Spoel de zeef om en giet de abrikozenstukjes met Cointreau in de zeef, waarbij je het vocht opvangt.
Roer de maïzena met dit Cointreauvocht tot een papje.
Doe er eventueel een klein scheutje water bij als het te dik is.
Giet het maïzenapapje, onder goed roeren, bij de kokende frambozensaus en laat even doorkoken tot het gebonden is en haal de pan van de kookpit.
Verhit het koekenpannetje zonder olie of boter en rooster de geschaafde amandelen kort tot ze lichtbruin kleuren en knapperig worden.
Laat ze afkoelen voor gebruik.
Schep in iedere coupe een flinke lepel frambozensaus.
Verdeel er de abrikozenpartjes over.
Schep er één of twee bollen ijs op.
Giet nog wat frambozensaus over het ijs en garneer met de geschaafde amandelen.
Eigenlijk is de coupe nu klaar.
Wil je echter nog slagroom gebruiken, spuit dit dan eerst op het ijs en giet daar de frambozensaus overheen.
Nu ook weer de geschaafde amandelen erover strooien.
Serveer de Abricot Melba direct.
Tips
– Haal het ijs een kwartiertje van te voren uit de vriezer.
– In plaats van vanille-ijs kun je ook een andere ijssoort nemen. Zelf heb ik Drie-chocolades-ijs gebruikt, wat heel erg goed combineert met de smaak van de abrikozen en de frambozen.
– In plaats van Cointreau kun je een andere vruchtenlikeur gebruiken die je lekker vindt.
– Wanneer je abrikozen uit blik gebruikt (door het inmaken vaak erg zoet) kun je de zoetheid wat wegnemen door citroensap over de uitgelekte vruchten te sprenkelen.
Weetjes
Abrikozen komen oorspronkelijk uit Noordoost China en werden rond 70 v. Chr. door de Romeinen over Europa verspreid. Nu worden ze voornamelijk in de landen rond de Middellandse Zee gekweekt. Turkije produceert 85% van de wereldproductie aan gedroogde abrikozen. Abrikozen zijn steenvruchten en groeien aan bomen. Ze bevatten een keiharde pit, waarin het eigenlijke “zaad” zit. Als ze in de vrucht zitten zijn deze pitten volkomen onschuldig. Eet ze echter nooit op!!! In deze pitten zit namelijk cyanide, waaruit bij consumptie het zeer giftige blauwzuur vrij kan komen.
Nagerecht
Tijd: ca. 30 minuten.
Bron: Eigen variatie op het recept “Abrikozen Melba” uit “Nagerechten” van Lekturama uit 1979.
Vragen, opmerkingen of suggesties? olgahansen@pen.nl