Nedereindse Plas blijft zorgenkindje Utrecht

Om de Nederlandse Plas tussen IJsselstein en Nieuwegein te saneren moet Utrecht flink in de buidel tasten. In 2005 werd het saneren van de plas nog geschat op zes miljoen euro maar nu is berekend dat het 200 miljoen euro gaat kosten. Het werk zou tien jaar duren en de milieueffecten zouden gering zijn. Volgens Utrecht is afgraven niet zinvol, omdat je het afval daarna elders weer moet storten.

De Nedereindse Plas was vroeger een vuilstort, bekend onder de naam Put van Weber. Het afval werd gestort in een plas die was ontstaan na zandwinning voor de aanleg van de snelweg A2 in het begin van de vorige eeuw. Utrecht heeft in het verleden de plas gekocht van aannemer Mourik voor een bedrag van een euro, op voorwaarde dat de aannemer niet meer financieel aansprakelijk gesteld kan worden voor de verontreiniging. De Nederlandse Plas was van de gemeente Nieuwegein maar werd in de jaren 80 vorige eeuw eigendom van Utrecht.

In de Put van Weber is ook heel veel illegaal afval terecht gekomen, waaronder licht radioactief ziekenhuisafval, lasplasma en vaten met onbekende inhoud. Nadat de stort gesloten is, werd hij omgebouwd tot recreatieplas met een wielerbaan en een skipiste. Na onderzoek bleek zwemmen niet veilig en werd de plas weer gesloten. Saneringen van de plas zijn keer op keer mislukt. Grond om het afval af te dekken bleef niet liggen en folie begon te drijven.

De gemeente Utrecht wil nu een nieuwe poging doen het afval af te dekken. De gemeenteraad van Utrecht is daar niet gerust op en vroeg om alternatieven te onderzoeken. Alternatieven zijn niet nuttig of veel te duur. Zo kost het afgraven 200 miljoen euro. Als de plas gedempt wordt, kost dat altijd nog 50 miljoen euro.

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk