De stoomkorenmolen ‘De Batavier’

In Jutphaas, aan de Herenstraat, staat een oude molen, ‘De Batavier’. Deze molen is een gemeentelijk monument en wordt thans in gebruik genomen door een kunstenares, Ria van Buuren. Algemeen wordt gezegd dat deze molen lelijk en lomp is, maar wij zeggen dat ze mooi is van lelijkheid! Achter deze molen zit een verhaal, een stuk historie die omstreeks 1680 begint, als de inwoners van Nieuwegein de bijnaam ‘De Molenkruiers’ krijgen.

In 1680 wordt Jutphaas getroffen door een verschrikkelijke brand, de vele houten huisjes worden opgeslokt door de vlammen en de inwoners van Jutphaas proberen van alles te redden. Hun uiterste best doen ze om de dorpsmolen aan de Molensteeg te redden, dit lukte deels. Een nieuwe dorpskorenmolen moest worden gebouwd.

Aan het begin van de achttiende eeuw was het Pieter de Malapert (ambachtsheer van het Neder- en Overeind van Jutphaas) die opdracht tot het bouwen van een nieuwe dorpskorenmolen gaf. In 1740 verhuurt Louis de Malapert de molen aan Jan Willem van Wijk voor f 275,00 per jaar. Leuk om te vermelden is dat in het huurcontract staat dat wat betreft het onderhoud aan de molen, de huurder de arbeiders die werken aan het onderhoud tijdens het werk net zoveel ‘dun bier’ moet schenken als zij wensen. Was dit ook tijdens de laatste restauratie?

In 1804 verkocht de familie de Malapert de molen aan ene Dirk de Kruijff, voor een bedrag van f. 6.000,00 in ‘goed gaaf zilvergeld’. In 1888 wordt hij weer verkocht en dan aan vrouwe Ada Mathilda de Geer van Rijnhuizen, in ditzelfde jaar brand de molen tot de grond toe af. De ruïne wordt verkocht aan een moderne man, Cornelis Kruyssen en bouwt op dezelfde plek de stoomkorenmolen ‘De Batavier’.

De muren van ‘De Batavier’ zijn meer dan een meter dik en wordt in 1907 gekocht door de familie van Mourik. De molen was tot in 1965 eigendom van de familie.

De molen en de plek kenmerkt zich door brand en het overgaan in vele handen. In 1998 werd de restauratie voorbereid. Nu heeft hij een kantoor- en showroomfunctie en kijkt statig over het water langs de Herenstraat met in zijn rechter ooghoek de oude Persil fabriek, die we de volgende week zullen behandelen.

Over de verbouwing: ‘De Batavier’ (Nieuwegein) is in 1888 als stoomkorenmolen gebouwd op de plaats en fundering van de oorspronkelijke gelijknamige windmolen. Zoals de eerste auto een karos met een motor was, is dit monument een ‘vierkante’ windmolen zonder wieken.

Nadat in 1961 de laatste molenaar uit de Batavier verdween ging het bergafwaarts met de molen. In de jaren negentig kon plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst nog net voorkomen dat het gebouw werd gesloopt. In 2000 is de molen gerestaureerd en uitgebreid ten behoeve van presentatieruimte en kantoor. Ook met toekomstige woonbestemming is bij het ontwerp rekening gehouden. De molen is een interessant en stoer gebouw met een geheel eigen kracht.

Er is gekozen voor een sterk contrast tussen oud en nieuw, zowel in materiaal (hout en glas versus steen) als in vormgeving (scherp en open versus stomp en gesloten). Het scherpe en lichte van de nieuwbouwdeel versterkt het massieve, stoere en stenen karakter van de molen.

De smalle scherpe nieuwbouw aan de straatzijde is onopvallend, de molen zelf is hier dominant aanwezig. Voor de argeloze voorbijganger prikt op 7 meter hoogte nieuwsgierig een punt langs de molen en even verder gekomen nog een. Wie achterom loopt ontwaart een veel groter gebouw dan de voorgevel doet vermoeden. De nieuwbouw vormt compositorisch een eenheid met de molen, oud en nieuw zijn in harmonie.

Gedicht over de molen door Ton de Gruijter in Ton’s beeldverslag.

Wees betrokken. Reageer en geef een reactie op bovenstaand artikel!

Onze adverteerders maken pen.nl mogelijk