Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar nu weer kruipt of vliegt, soms zelfs in huis?
De Nieuwegeinse natuurliefhebber Udo Tenge beschrijft iedere week een plantje, zwammetje of beestje dat u ergens kunt tegenkomen. Ook heeft hij een eigen website. Vraagt u zich wel eens af wat dat nu weer voor een wilde plant of onkruid is, in de tuin of de berm of ergens tussen het gras in het park in Nieuwegein? Of wat dat voor een paddenstoel is? Of wat daar nu weer kruipt of vliegt, soms zelfs in huis?
‘Mensen kunnen behoorlijk dazen, maar dazen (vliegensoort) kunnen het beter, deze week over vliegen en muggen’ aldus Udo.

Udo: ‘Vliegen en muggen zijn, heel in de verte, familie van elkaar. Het kenmerk wordt gevormd door de vleugels: ze hebben er twee. Andere vliegende insecten hebben er 4, tenzij ze schildjes op hun rug hebben zoals lieveheerbeestjes. Vliegen en muggen zijn de meest bekende en vaak gehate insecten van moeder Aarde. Ze komen voor van pool tot pool. Bijvoorbeeld steekmuggen komen ‘s zomers in grote aantallen voor tot in Lapland.’
‘De grote variatie in geslachten en soorten betekent natuurlijk ook dat je niet gemakkelijk kunt bedenken welke vlieg of mug nu weer zoemend voor het raam rond vliegt. Meer belangrijk is eigenlijk: wat moet je met dat beestje? Dan moet je weten dat vliegen, ook de mooie, de dragers kunnen zijn van niet zo onschuldige bacteriën. En zowel vliegen als muggen kunnen nare ziekten over brengen. In Nederland valt het nog mee, maar in tropische en steeds meer ook in subtropische streken komen vliegen en muggen voor die een bedreiging kunnen vormen voor de gezondheid van mensen en/of dieren.’
‘Heel bekende vliegen worden in Afrika Tse Tse vliegen genoemd. Het zijn meerdere soorten dazen, vliegensoorten die ook in ons klimaat leven en vooral bij vee en wilde dieren nare ziekten kunnen veroorzaken. In Nieuwegein komen in de zomer twee soorten dazen voor die ook mensen belagen, de goudoogdaas en de regendaas. Beide dazen zijn mooi om te zien, dat kan dus ook. Als ze op je hand neerstrijken voel je het nauwelijks. Ze bijten in “no time” een gaatje in je huid en zuigen aan het bloed dat opwelt uit dat wondje. Je kunt ze maar beter platslaan en het wondje desinfecteren. Als ze op een niet zichtbare plaats neerstrijken, bijvoorbeeld in je nek, dan krijg je de kans niet om een pets uit te delen want je voelt het pas “als het kwaad al is geschiedt”.’
‘En wat de schoonheid van die twee dazen betreft: hoe komt het dat juist die twee op mensen gerichte dazen zo mooi zijn, terwijl de grotere en weinig fraaie dazen, zoals de runderdaas, gewoon oerlelijke zespoten zijn? Die ook mensen kunnen bijten? O ja, als mensen dazen slaan ze wartaal uit, maar bijten?’