Beste Nieuwegeiners, ook Nieuwegein is al een paar weken in de greep van het Coronavirus. Veel mensen raakt dat en ik leef met al deze mensen mee. Er zijn zelfs mensen die ziek zijn geworden van het Coronavirus en met hen leef ik in het bijzonder mee.
Sinds afgelopen maandag zijn er extra maatregelen genomen. Strenge maatregelen om afstand te houden om de verspreiding van het virus te voorkomen. Ik zie dat heel veel mensen in Nieuwegein zich aan die maatregelen houden. Als ik rondkijk in de stad, als ik dat hoor. iedereen doet het heel goed. Bedankt daarvoor.
Maar helaas zijn er ook nog mensen die denken: ‘Het zal zo’n vaart niet zal lopen. Ik hoef me aan de maatregelen niet te houden.’ Die mensen roep ik nadrukkelijk op om dat wél te doen. Het gaat niet alleen om uw eigen gezondheid, het gaat om de gezondheid van alle Nieuwegeiners.
Als u afstand houdt verspreid het virus minder en worden we minder bedreigd. Dus ik doe nogmaals een oproep: Houd u aan de regels. Dat is goed voor ons allemaal.
Verder wil ik ook even stilstaan bij al die mensen die de afgelopen weken al heel hard werken om alles draaiende te houden. In het bijzonder denk ik aan al die mensen in de zorg die kei en kei en kei hard werken. Aan de mensen die het vuilnis op moeten halen. Aan de politiemensen, onze toezichthouders en vele anderen die hun best doen om de samenleving draaiende te houden. Dank daarvoor. Heel veel dank daarvoor.
En ik zie in onze stad dat heel veel mensen ook omkijken naar elkaar. En komen nieuwe initiatieven om buren te helpen, om kennissen te helpen om vrienden te helpen. Allemaal met inachtneming van de strenge regels die gelden. Heel goed dat u dat doet. Omzien naar elkaar. Dat tekent onze stad. We hebben zorg voor elkaar.
Als wij de komende weken ons aan de maatregelen blijven houden, dan is dat de beste manier om te strijden tegen het Coronavirus. Als we dat samen doen komt het ook samen weer goed. Ik heb daar vertrouwen in. Ik hoop u ook. Laten we samen dit gevecht aangaan. We zullen het winnen. Dank u wel.
Burgemeester Frans Backhuijs